Week van het Geld: pubers doen het anders
Het is de Week van het Geld. Hiermee wil de organisatie ouders en opvoeders helpen om kinderen en jongeren te leren omgaan met geld. Bij jonge kinderen is dat vrij eenvoudig: je geeft kinderen een spaarpot en laat ze zelf kleine dingetjes betalen. Op die manier worden ze zich bewust van de waarde van dingen en het belang van sparen. Hartstikke goed!
Maar dan is je kind een jaar of 16 en geeft het ineens veel geld uit aan dingen die jij misschien volslagen belachelijk vindt: online abonnementen, dure sneakers en snacks. Of in sommige gevallen zelfs aan sigaretten en softdrugs. Vervolgens komen ze naar jou omdat hun geld op is en ze een broodje op school willen kopen. Wat doe je dan? Laat je je kind ‘honger lijden’ om ze een lesje te leren of geef je toe? Hoe leer je een kind dat helemaal geen zin meer heeft in jouw goedbedoelde adviezen, toch verstandig omgaan met geld?
Vrijheid en verantwoordelijkheid
Als ouder sta je dan voor een lastige keuze. Je wilt je kind wel de vrijheid geven om zelfstandig met geld om te gaan, maar je wilt ook niet dat het financiële problemen krijgt. Het is verleidelijk om gewoon even bij te springen, want ‘Die paar euro voor een broodje is toch niet zo erg?’. Maar als dat een gewoonte wordt, leert je kind eigenlijk niks. Hoe moeilijk het ook lijkt, het is beter om kinderen hun eigen fouten te laten maken. Een keer zonder geld zitten is echt geen ramp.
Sparen en plannen: hoe help je je tiener?
Ruimte geven voor fouten wil niet zeggen dat je je kind helemaal loslaat. Je hebt nog steeds de verantwoordelijkheid om te helpen, ook als je kind daar zelf geen zin in heeft. Tieners denken vaak niet verder dan de korte termijn. Ze willen nú iets hebben en staan niet stil bij wat er volgende week nodig is. Daarom is het goed om je kind te leren budgetteren. Dat wil zeggen dat je een overzicht maakt van de inkomsten en uitgaven. Maak samen een schema waarin je noteert hoeveel geld je kind elke maand ontvangt aan zakgeld of een bijbaantje. Schrijf ook op welke vaste kosten je kind heeft. Van het geld dat overblijft kan je kind een deel apart zetten voor grotere uitgaven, zoals een festivalkaartje of een nieuwe telefoon. Zo leert het vooruitdenken en bewuste keuzes maken.
Geld lenen: ja of nee?
Wat doe je als je kind met een lege portemonnee voor je staat? Geld lenen kan een optie zijn, maar dan wel met duidelijke afspraken. Spreek bijvoorbeeld af dat je het bedrag bij het volgende zakgeld terugkrijgt. Zo leert je kind dat lenen gevolgen heeft en niet zomaar gratis geld is. Wil je liever geen geld lenen? Die keuze is aan jou. Leg duidelijk uit waarom je geen geld leent en bespreek de mogelijkheden om zelf extra geld te verdienen. Bijvoorbeeld door het uitvoeren van klusjes.
Financiële opvoeding stopt niet bij 18
Veel ouders denken dat de financiële opvoeding stopt zodra hun kind 18 wordt en misschien gaat studeren of werken. Maar juist dan is begeleiding nog steeds belangrijk. Zorg dat je kind begrijpt hoe contracten werken, wat de gevolgen van rood staan zijn en waarom sparen voor later slim is. Uiteindelijk is het doel dat je kind leert om later verantwoord met geld om te gaan en een schuldenvrije toekomst tegemoet gaat.
Door je tiener nu al bewuste keuzes te leren maken en af en toe fouten te laten ervaren, leg je de basis voor een financieel gezonde toekomst.
Bronnen: www.weekvanhetgeld.nl en www.nibud.nl/onderwerpen/kinderen-en-jongeren