Elektriciteit en kinderen
Elektriciteit kan gevaarlijk zijn. Kleine kinderen begrijpen niet dat uit stopcontacten elektriciteit komt. Ze kunnen tijdens een ontdekkingstocht door het huis zomaar hun vingertjes in de gaatjes steken. Of nog erger: ze proberen het met een schaar of ander puntig voorwerp. Wat kun je doen om dit te voorkomen?
Veiligheidsmaatregelen elektriciteit
Er zijn twee manieren om stopcontacten veiliger te maken:
- Plaats een kindveiliger stopcontact, dat is een stopcontact waarbij de gaatjes gesloten zijn en pas opengaan als er op beide gaatjes even hard gedrukt wordt.
- Beveilig bestaande stopcontacten met een afdekplaatje of een plug. Belangrijk hierbij is dat je regelmatig controleert of het afdekplaatje of de plug nog goed vastzit.
Elektriciteitssnoeren kun je het best zoveel mogelijk wegwerken, bijvoorbeeld achter een plint. Zorg dat er nergens elektriciteitsdraden bloot liggen. Controleer dus regelmatig of stekkers nog goed aansluiten op de snoeren.
Zorg ook dat de elektrische installatie in huis in orde is: met een aardlekschakelaar in de meterkast en zoveel mogelijk geaarde stopcontacten in huis.
Wat doe je als je kind een elektrische schok krijgt?
- Schakel eerst de stroom uit door de stekker uit het stopcontact te trekken of door de hoofdschakelaar uit te zetten.
- Als je kind bewusteloos is en niet meer ademt, bel dan meteen 112 en geef mond-op-mondbeademing. Of laat iemand anders dat doen.
- Als je kind gewoon aanspreekbaar is, ga dan ter controle naar de huisarts.
Knutselen met elektronica
Jongeren zien soms de gevaren niet in van slechte bedrading of oude elektrische apparaten. Het is natuurlijk ook leuk om te knutselen met lampjes of oude radio’s, maar dan is het wel verstandig om ze te wijzen op de gevaren van elektriciteit.