Slechte concentratie
Je kind leert steeds beter om langere tijd geconcentreerd met hetzelfde bezig te zijn. Maar misschien merk je dat je (oudere) peuter bij elke bezigheid niet langer dan enkele minuten de aandacht erbij kan houden.
Wat als concentreren niet lukt?
Voor peuters is het nog lastig om zich op één ding te richten. Daarbij speelt overigens niet alleen de leeftijd een rol; kinderen verschillen ook in karakter. Het ene kind gaat meer van het een naar het ander, het andere doet graag de dingen netjes op volgorde. Als je het idee hebt dat dit probleem bij jouw kind erger is dan bij leeftijdsgenoten, kun je daarover praten met andere ouders of met de pedagogisch medewerkers van de peuterspeelzaal of het kinderdagverblijf.
Schep rust voor je peuter
Je kunt als ouder je kind helpen om zich langer achtereen te concentreren. Zorg voor een rustige omgeving. Neem ook de tijd voor je kind. Dat vraagt van jou dat je een gevoel uitdraagt van ‘we hebben alle tijd en aandacht’.
Interesse geeft concentratie
Kinderen kunnen zich beter concentreren als het boeiend en interessant voor hen is wat ze doen. Ze blijven langer bezig met activiteiten die aansluiten bij wat ze willen. Laat je kind dan ook regelmatig zelf kiezen. Kijk goed welke initiatieven uit je kind zelf komen en sluit daar dan bij aan. Het is verder belangrijk dat de activiteit past bij wat je kind kan. Het moet dus niet te makkelijk of te moeilijk zijn.
Sommige dingen kosten moeite, maar dan is het des te fijner als je het voor elkaar krijgt. Je kind mag natuurlijk best iets proberen en merken dat het toch niet zo leuk is. Het is ook niet erg als iets niet (helemaal) lukt. Het gaat meer om de activiteit en om het proberen dan om het resultaat. Kinderen leren er ook van als iets niet lukt. Ze leren bijvoorbeeld dat de toren niet blijft staan als het papier te dun is, en proberen het dan de volgende keer met karton.
Leren doorzetten
Je kind moet de komende jaren leren om ergens aan te beginnen en het ook af te maken. Vanaf ongeveer drie jaar kun je beginnen om dit aan te leren. Bijvoorbeeld door je kind af en toe verder te helpen: ‘Als je dit eerst vastplakt, kun je daarna weer verder.’ Geef je kind ook complimenten als het doorzet.
Blijf je je toch zorgen maken, of heb je behoefte aan meer informatie, neem dan contact op met de Jeugdgezondheidszorg of je huisarts. Er hoeft niets aan de hand te zijn, maar soms zijn er al in de peuterleeftijd signalen van overgevoeligheid voor prikkels te zien.