Fopspeen en duimen
Tot je baby ongeveer 6 maanden is, heeft hij een grote zuigbehoefte. Dat geeft hem troost en rust. Daarna neemt de zuigbehoefte af. Sommige baby’s zuigen op hun duim of hun vingers. Ouders geven baby’s vaak een fopspeen, zodat ze rustiger worden.
Zuigen is belangrijk
Zuigen is noodzakelijk voor de ontwikkeling van de kaken. Je baby zuigt en slikt al in de baarmoeder. Na de geboorte draait je baby bij een lichte aanraking van de wang het hoofd in de richting van de aanraking. Je kind tuit de lippen en is klaar om te zuigen. Dit noemen we de tepelzoekreflex. Tijdens het zuigen ligt de tong onder in de mond, de tongpunt ligt meestal tegen de onderlip. De zuig/slikbewegingen doet je baby automatisch.
Wanneer gebruik je een fopspeen?
Jonge baby’s hebben moeite met het vinden van hun duimpje, de hand is te ver van het gezicht af. Een fopspeen kan dan een oplossing zijn. Het voorkomt dat je baby zijn duim gaat zoeken. Duimen is moeilijker weer af te wennen dan een speen.
Je kunt je kind een fopspeen geven als de borstvoeding of flesvoeding zonder problemen gaat.
In de eerste twee weken van je baby of als de borstvoeding nog niet goed gaat, kun je beter nog geen fopspeen gebruiken. Laat je baby eerst goed leren aan de borst te drinken. Troosten kan ook door je baby te wiegen of aan de borst te leggen. Bij veel zuigbehoefte kun je je baby na de voeding nog even op je pink laten zuigen.
Probeer de speen alleen te gebruiken als je baby in slaap moet vallen en wanneer je baby zich duidelijk niet prettig voelt of moe is.
Uit onderzoek blijkt dat het risico van wiegendood tijdens het slapen mogelijk kleiner wordt door je kind een fopspeen te geven.
Welke speen?
Een fopspeen moet stevig zijn, met gaatjes in het schild dat tegen het mondje aan zit. Er zijn fopspenen voor verschillende leeftijden en in verschillende vormen. Probeer welke vorm jouw baby het fijnst vindt. Vaak is dat het ‘dental’-model. Je kunt de speen met een speciaal koord vastmaken aan de kleding. Let op dat het koord niet te lang is. Gebruik er geen ander touwtje voor, want je kind kan daarin stikken. Gebruik in bed geen speenkoordje. Als het koordje losraakt, is dit gevaarlijk.
Let op! Stop de speen niet eerst in je eigen mond en daarna in de mond van je baby. Zo kun je infecties overdragen.
Duimen en scheefgroei van het gebit
Als kinderen nog duimen wanneer ze tanden krijgen, heb je kans dat hun tanden naar voren gaan staan en dat de kaak vervormt. Je kunt voorkomen dat je kind gaat duimen door het een fopspeen te geven, zodra het op de duim of vingers gaat zuigen. Een speen is minder slecht voor het gebit dan duimen. Maar het is ook niet goed om te lang een speen te gebruiken.
Open mond
Zie je dat je kind de mond vaak open laat staan? Dat kan komen door het duimen, de fopspeen of door verkoudheid. Op momenten dat je kind niet duimt of op de fopspeen zuigt, ligt de tong uit gewoonte onder in de mond. Zo blijft de mond gemakkelijk openstaan en ademt je kind door de mond in plaats van door de neus. Hierdoor kan je kind verkeerd gaan slikken, omdat je kind met zijn tong tussen zijn tanden slikt. Wanneer je kind gaat praten, heeft het door slappe mondspieren soms moeite met het uitspreken van medeklinkers. Ook kan het gaan slissen doordat de tong bij het praten tussen de tanden ligt. Om dit te voorkomen is op tijd afwennen belangrijk.
De fopspeen afwennen
Als je kind negen maanden is, kun je het gebruik van de speen afleren. Gebruik de fopspeen dan alleen nog bij het inslapen. Duimen afwennen is natuurlijk iets lastiger. Dat kan vaak pas als je kind iets ouder is.